Sanur, Galungan feest
Blijf op de hoogte en volg Cyril
09 September 2016 | Indonesië, Kelurahan Sanur
Feitelijk is de kern van het feest het overwinnen van de goede van de kwade geesten. Balinees geloof is uniek in haar soort en kent zeer veel geesten, draken, demonen . Maar altijd het goede en het kwade, het een kan niet zonder het ander. Dit zie je ook terug in bijv de zwart witte rokjes om de tempels die staan voor het goede en het kwade. In deze tempeltjes bewaren ze de as van de voorouders en daarom worden ze met veel trots aangekleed en met een parasol bijv beschermd tegen de zon.
Vandaag is een dag dat iedereen met z'n familie doorbrengt zoals voor ons een kerstfeest en zich dus op zijn kerstbest kleedt. Een belangrijke dag dus waar wij graag getuige van willen zijn. Er zijn geen chauffeurs te vinden maar gelukkig heb ik een speciale fietsexcursie gezien bij Rachel en Sibran van C.Bali Tour. We krijgen vooraf een heel protocol wat te dragen qua kleding en hoe ons te gedragen in de dorpen. De reisorganisatie staat echt ten dienste van het dorpje Kedisan, aan de voet van Lake Batur, en de winsten gaan dan ook naar de lokale school die ze gestart zijn. Deze tours zijn dus voor mensen die graag het echte Bali willen zien en niet voor de foto-toerist.
Als we vroeg worden opgehaald wordt eerst onze kleding beoordeeld of die wel voldoet, we mogen mee. Onderweg zien we dat bijna alles gesloten is en mensen in hun mooiste outfit onderweg zijn naar tempels op de scooter. Elk huis heeft een rijkelijk versierde bamboestok voor het huis. Geheel volgens traditie gedecoreerd zodat de geesten van de voorouders de weg naar huis terug kunnen vinden. Dit is een belangrijke reden waarom niet hoger dan een palmboom gebouwd mag worden zodat de geesten vanaf de vulkaan de bamboestokken kunnen blijven zien. Men gelooft hier in reïncarnatie binnen de familie dus deze geesten zijn van groot belang. Er is slechts 1 hotel hoger in Sanur en dat was direct de reden om deze wet aan te nemen.
Een kwade geest is huis is funest en maakt zelfs dat je je huis moet afbranden. Om dus te zorgen dat kwade geesten je huisje voor voorbij gaan, houdt iedereen zijn stoepje schoon en plaats midden voor de deur offers. De gedachte is dat de geest stopt in plaats van naar binnen gaat en zonder obstakels de volgende offers ziet en daar wil gaan kijken en zo voorbij gaat.
Mijn eerste dag op Bali in 2000 was silence-day. Om de kwade geesten kwijt te raken hebben ze de dag ervoor veel lawaai, vuurwerk en verbranden grote poppen die symbool staan voor het kwaad. Op silence-day zelf mag niemand de straat op (ook als toerist), geen kaarsen, geen buitenverlichting, geen muziek. Dit in de hoop dat de verjaagde kwade geesten de weg kwijt zijn en denken dat niemand op het eiland thuis is. Ik vind het bijzonder maar wel mooi.
Eenmaal aangekomen in Kedisan beginnen we met een ontbijt. Hierna worden we aangekleed in de traditionele kleding. Een hoed of zonnebril is niet toegestaan omdat ze ons in de ogen willen aankijken. We fietsen eerst een klein stukje op onze mountainbikes en beginnen bij een familie. We worden in hun eenvoudige huis meer dan warm welkom geheten en krijgen een appel als welkom. Niet te snel eten, want dan krijg je er nog een. Ze vinden onze gekochte kleding fantastisch en de prijzen die we betaald hebben helemaal. Dezelfde prijzen als die hun zouden betalen, een goed gevoel, terwijl wij ze gewoon op de sanur nightmarket en Hardy's supermarkt hebben gekocht. Blijkbaar wordt ons eigen initiatief gewaardeerd.
We maken een wandeling door het kleine dorpje. Niemand heeft hier een auto, velen nooit onderwijs gehad, spreken weinig engels en er komen maximaal 2 maal per week 6 toeristen. Bijzonder aardige en vriendelijke mensen die als je ze groet allemaal gaan glimlachen. Rachel verteld honderd uit en we leren vandaag echt veel over de cultuur, het ontstaan van het geloof en de externe invloeden hiervan. Iedereen is in zijn netste kleding en brengt offers in de tempel. Deze offers bestaan uit veel eten, snoep en fruit. Basisgedachte is eenvoudig als de goden genoeg hebben dan is de rest voor ons. God komt eerst , is zelfs de eerste wet. Dus ook als een medewerker iets heeft voor z'n geloof moet hij vrij en toch betaald worden. Geloof is 1, familie is 2 en werk is pas 3.
Zo kunnen Balinese mensen niet tegen kritiek of klachten. Ze glimlachen vriendelijk, beloven beterschap of een oplossing maar die gaat waarschijnlijk nooit komen. Als je No zegt is het ook echt onbeleefd en definitief. Als je zegt Not Yet, is er nog hoop op een ja en dat stemt positief. Maybe is gewoon een ja. Als ze de weg niet weten sturen ze je ook rustig een verkeerde kant op in de hoop dat je daar iemand treft die het wel weet. Beter een leugentje dat positief klinkt dan zeggen dat iets niet kan.
Wel worden ze nu opgeleid om ook om te gaan met toeristen op scholen in toeristische gebieden. Balinezen stellen geen vragen en als je hen vraagt ervaren ze dat als confronterend en intimiderend. Ze begrijpen dan ook niet de interesse van toeristen, je bent immers op vakantie, waarom zou je dingen willen weten op vakantie, waarom al die why-vragen? Je hoofd raakt er alleen maar vol van en geeft stress. Ze leren dat dit normaal gedrag is en hoe hierop te reageren. Zo ook qua kledingstijl en tradities. De Indonesische wet vindt een blote schouder al pornografisch. Gelukkig heeft de Balinese ambtenaar besloten nooit iemand in bikini of blote schouder om die reden te arresteren omdat de traditionele kleding van Bali nu eenmaal zichtbare schouders kent. Gelukkig maar want anders zou menig toerist opgepakt worden. Tot voor kort moest je wel als toerist in lokale gebieden aantonen dat je getrouwd was om in 1 kamer te mogen slapen anders kon je zo worden aangegeven voor prostitutie.
Dan zie je ook meteen de zachtaardige kant van een balinees. Ze hebben standaard 5 vragen voor je en dat is het gesprekje, gaat meer om de beleefdheid dan het antwoord. Als een medewerker van je steelt mag je hem niet ontslaan op staande voet, maar moet je eerst een cursus aanbieden waarin wordt uitgelegd waarom diefstal van je werkgever niet kan. Alles gaat op zo'n lieve en vredige manier, mogen we echt een voorbeeld aan nemen, hoewel ze hierin dus wel doorslaan.
Terwijl we door het dorp lopen en al deze fantastische mensen zien die druk zijn de tempels te bezoeken, familie te bezoeken en offers brengen, zien we hoe ze leven in hun kleine huisjes. In mijn ogen harde werkers en hoe rijk Bali ook lijkt hier zie je toch de armoede weer terug. Een toilet of stromend water kennen ze in grote delen van Bali niet. Regenwater wordt opgevangen in een grote tank en met een mandi spoel je het toilet of jezelf of doe je de was. Er is een groot tekort aan zoetwater op het eiland en dat wordt steeds groter. Deze mensen hebben geen stromend water terwijl in toeristenhotels 70 procent van het water wordt gebruikt. Niet alleen voor de douche maar ook het dagelijks water geven van de tuin of de straat nat houden tegen het stof. In deze context kijk je daar toch anders naar, zeker als je vanavond weer kijkt naar je zwembad of badkuip of de tropische tuin die vakkundig wordt gesproeid.
Ondanks de armoede zijn deze mensen zo lief en gul. We worden vaak uitgenodigd voor koffie. Drink deze ook niet op want ook dan krijg je een extra kopje. We worden overladen met gezegende rijstsnacks en fruit. Deze mensen hebben al zo weinig en willen het zo graag met je delen. Afslaan of ze ervoor belonen is ronduit onbeleefd. Geeft een wat tegenstrijdig gevoel, wij hebben zoveel en geven zo weinig en zij juist andersom. Ze geven ook niets om materialisme. Een bankrekening hebben ze niet en geld investeren ze in een kalf, huis of grond. Alleen de jeugd die een baan vindt in het toerisme kennen materialisme. Dit wordt echter vooral gevoed vanuit het toerisme die onze welvaart wil spiegelen op deze mensen.
We krijgen een hele uitgebreide uitleg over de kastenstelsels en de rollen binnen een dorp. Heel veel draait om eer. Hoe minder je hoeft te doen in een baan hoe hoger je bent in rang. De poolboy kan dus eenvoudig een Royal zijn, want deze hoeft heel weinig te doen, de serveerster moet juist heel hard werken en komt dus uit een lagere kaste. Buitenlanders hebben helemaal hoog aanzien, want je moet wel heel goed zijn, anders kom je niet naar Bali om daar te werken. Het is voor een Balinees dus een eer voor een expat te werken. Ambitie hebben ze dus vaak niet want dan loop je vooral het risico dat je harder moet werken.
We bezoeken nog het schooltje dat door hen is opgericht. Inmiddels gaan 140 kinderen weer naar school. Vandaag zijn ze uiteraard vrij maar toch erg leuk om te zien. Erg grappig dat ze hier leren delen met een poster ipv de tafels vermenigvuldigen. Op deze school wordt naast Bahasa ook het Balinees nog onderwezen als taal.
Als hoogtepunt van de dag zijn we getuige van een barong die het dorp bezoekt. Dit gebeurd niet vaak en is dus heel bijzonder. De barong staat symbool voor een monster die de kwade geesten doet verdwijnen. Onder een grote optocht met muziek trekt hij door het dorp. Van winkel naar hotel, overal waar de eigenaar thuis is wordt snel een kleedje uitgespreid en wordt een offertafel gemaakt. Dit alles om de barong gunstig te stemmen en de kwade geesten buiten te houden. Heel bijzonder om dit te mogen zien.
De barong-dans die we van de week hebben gezien kent ook een barong. Balinezen liegen liever een beetje dan een slechte waarheid te vertellen. Deze dans en ook de Kecak-dans zijn puur verzonnen voor de toeristen. De legong is wel origineel maar niet balinees. De traditionele dansen die ze wel hebben worden niet uitgevoerd voor toeristen en zijn redelijk shocking leren we. Iets met een lapdance van minderjarigen bij oude mannen om geesten te verdrijven. Krijg je een stijve dan ben je een gevaar voor de gemeenschap en wordt je letterlijk vermoord.
Misschien is het soms ook maar goed dat niet alles bekend is. Dat geldt voor de al eerder genoemde Luwak-koffie. Deze schijnt hier helemaal niet vandaan te komen maar van Sumatra en dus idd een goede marketingtruc te zijn. Onze gidsen moeten ook lachen als we ons verhaal vertellen van het houtsnijwerk en de vrouw met de koffiebonen, waarbij al het werk direct stopt als je uit beeld bent. We hebben het echte commerciële Bali al redelijk in de gaten zeg maar.
Al met al een hele bijzondere ervaring om echt deelgenoot te mogen zijn en zo op te gaan in de gemeenschap. Daarnaast verschrikkelijk interessant om zoveel te leren van de cultuur. Wat een rijkdom hebben deze mensen en hoe mooi is het om met zo weinig zo gelukkig te zijn.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley