The Last Resort
Door: Cyril
Blijf op de hoogte en volg Cyril
12 Oktober 2018 | Nepal, Kathmandu
We maken een korte nacht, niet alleen omdat we ons busje naar The Last Resort om kwart voor zes vertrekt. Nee, het is de muziek uit een café naast ons die op standje oorverdovend staat en tot na half vier snachts doorgaat. Het is echt onmogelijk om te slapen, volgens mij ook onmogelijk om een gesprek in dat café te hebben of een biertje te bestellen. Het volume staat zo hard dat heel Thamel kan meegenieten. Als de DJ dan eindelijk stopt besluiten een aantal gasten luidkeels karaoke verder te gaan en de honden die anders zo rustig zijn beginnen een gevecht.
Als we uitchecken om half zes maak ik maar zelf de nachtportier wakker die onder een kleedje in de lobby ligt te slapen door aan de deur te rammelen. Hij moet zich vast kapot geschrokken zijn. Hij is vast aangenomen om mensen buiten te houden.
De 100 km naar The Last Resort duren lang. De weg wordt steeds slechter, gaat over van asfalt in asfalt met kuilen, van asfalt met kuilen naar losse stenen, van losse stenen naar zand en van zand naar modder, onvoorstelbaar wat een weg. Geen wonder dat het een uur of vier zal duren voor je er bent. De moesson is net voorbij, jaarlijks spoelt dan grote delen van de berg met landslides en delen van de weg weg, dit gebied is dan een maand of drie onbereikbaar. Hierna maken ze de schade op en beginnen aan het jaarlijks herstel. Je zou er bijna om verhuizen.
Wij stoppen onderweg om te gaan raften. Met 2 rafts gaan we te water en leggen een kleine 25 kilometer af. Ons raft blijft iederaan aan boord. Bij de achterste valt al snel iemand uit de boot en moet door ons gered worden. Bij een tweede valpartij weet deze de safety-Kayak te bereiken, die zich vervolgens onhandig tussen de twee rafts in manouvreert. Man overboord, saftey kayak man overboord en peddel kwijt. Nu moeten we dus onze safety man en peddel gaan redden. Ach het geeft wel weer avontuur en kleur aan onze tocht. Het raften zelf is leuk maar heb spectaculairdere tochten gemaakt. Wij genieten, voor ons voelt het als zomer, voor ons zitten mensen te bibberen van de kou, wie gaat er dan ook in hun herfst raften ;-)
The last resort, een unieke plek die alleen via een hangbrug van 163 meter over een 160 meter diepe kloof te bereiken is. Daar waar de adrenaline vanaf druipt met energieke activiteiten als rafting, bungee, swing of canyoning komen wij om te relaxen. Ze kijken ons dan ook wat vreemd aan dat we drie nachten blijven zonder bungee. Hier draait alles om het springen van de 160 meter hoge brug boven de smalle kloof. Het hotel is bijzaak, niet andersom. Het ligt op 15 km van de grens met Tibet en is letterlijk The Last resort. Voor hoeveel mensen zou het The last Resort zijn geweest na hun bungeesprong?
Het resort kent geen huisjes, maar leuke tenten tegen een stijle bergwand. Maximaal 44 gasten maar we zijn bijna alleen. Alleen een lamp, geen stopcontact, je telefoon laden kan in het restaurant en in tegenstelling tot de Poon Hill geen WiFi, even lekker van de wereld. Eindelijk eens tijd om mijn puzzelboek en Quest uit de tas te halen, neem ik al drie reizen ongelezen mee. Helaas blijkt de sauna stuk en de massage al 8 maanden een vacature voor masseur te hebben. Verder is hier niets, niets en nog eens niets. Nou ja, noem het maar niets, de tweede nacht zijn we in het resort met Miss Nepal, die hier met een grote cameraploeg is voor promotionele opnamen.
Naast het raften hebben wij een hike geboekt met een lokale gids. Hij neemt ons mee de berg op tegenover ons hotel. Een boeiende wandeling van vier uur, misschien wel de meest interessante van de reis. De man vertelt honderd uit over zijn dorpje in de bergen en het harde bestaan hier. Geen paspoort, getrouwd, 6 kinderen, 2 kleinkinderen, een kleine rijst en groenteplantage. Hij verteld vol trots over zijn werk bij The Last Resort, werkt 8 uur per dag op de bungee en canyoning, 6 dagen per week en krijgt een dagsalaris van 500 roepie. Dat is 3,75 in euro per dag, 87,50 euro per maand, een 17-jarige vakkenvuller krijgt meer per uur in Nederland dan hij per dag. Mensen die de hele dag stenen of zand vanaf de rivierbedding de bult op dragen naar de weg met een mand op hun rug verdienen ongeveer 6 euro per dag.
Hier zijn de gevolgen van de aardbeving nog veel duidelijker zichtbaar. Als we vragen of het door de natuur of de goden is veroorzaakt is hij kraakhelder, de aardbeving is door de goden ingegeven, geen twijfel mogelijk. Hij verteld dat iedereen in een mooi stenen huisje met vaak 2 verdiepingen woonde, door de aardbeving alles is vernietigd behalve de brug over de kloof. Gelukkig maar want dat is ook de bevoorradingsweg en levensader. Ten tijde van de aardbeving was het 12 uur smiddags en waren mensen aan het canyoning en bungeejumpen. Hij weet nog goed de schrik die mensen hadden.
Hulp van de overheid was minimaal, veel zaken hebben ze samen en zelf aangepakt. Langzaam staan de eerste kleine stenen huisjes, 1 verdieping nog maar. Net als velen woont hij nog in een golfplaten huisje. Schrijnend als we in zo’n vochtig en tochtig huisje binnen kijken. Een meter of 15m2 voor 6 personen. Harde kleine houten bedjes waar je niet op past en zeker niet genoeg voor 6 personen, een kleine deken om je warm te houden. Stromend water uit de tyleen-slang, mais aan je plafond te drogen en een zonnepaneeltje voor je elektra. Een klein lampje, koken op gesprokkeld hout, wel een oude tv. Zeker als je bedenkt dat deze mensen leven op 1800 meter hoogte en in de moesson drie maand bijna permanent regen hebben, onvoorstelbaar hard bestaan. En dan lopen wij te klagen dat Albert nog niet op door ons gewenst moment bezorgd, hier moet alles maar dan ook alles over die hangbrug en dan uren de berg op getild worden. Een zak rijst of de maaltijd die ervan gemaakt wordt, ga je dan ineens veel meer waarderen.
Hier zie je ook her grote verschil tussen Kathmandu en het echte leven. Veel mensen gaan naar de stad om te werken. Een taxichauffeur huurt bijvoorbeeld voor 1500 roepie, tien euro, een taxi per dag. Moet hij zelf geld verdienen en de benzine nog betalen. Veel klanten kan je niet doen, ritje luchthaven kost je zo een uur en levert je misschien 700 roepie op. Daarnaast moeten ze dan nog onderdak regelen in de stad. Zes dagen werken om 1 dag thuis te zijn bij het gezin. Over een aantal dagen is een belangrijk festival, dan zullen veel restaurants en taxi’s de deuren sluiten, iedereen gaat dan terug naar zijn familie in de bergen om het samen te vieren.
Onze gids noemt zijn vrije dag dan ook holiday, dat wij 2 dagen per week vakantie hebben is helemaal geweldig, wat een goed land. Zijn er Nepalezen in Nederland? Hebben ze dan werk? Hebben ze werk in de wegenbouw? Hebben ze zelfs soms een restaurant? Hij vind Nederland helemaal geweldig. Zijn julie getrouwd?, hebben jullie kinderen?, Waarom maar een? Gelukkig wel een jongen. Hij leeft helemaal met ons mee. We liegen maar even dat we getrouwd zijn en samen een kind hebben anders gaat hij vanavond nog voor me bidden. Hebben jullie bergen in Nederland? Sneeuw? Hoeveel dagen kost het om die berg te beklimmen? We lachen er samen om met onze 300 meter hoge berg.
In het hele land merk je dat de plastic vervuiling toeneemt, ze gooien het hier zo van zich af. Logisch, want vroeger was alles organisch en verging vanzelf. Zelf zien ze het helemaal niet. Als je er naar vraagt is onze gids slim genoeg te begrijpen dat wij er wel iets van vinden en benoemd dit direct bij de dorpelingen. Toerisme is een soort tweede God hier en dus extreem belangrijk, direct of indirect iedereen leeft ervan.
Aan het einde van onze interessante wandeling bezoeken we nog een schooltje. Bhudist of hindu, het leeft allemaal in goede harmonie. Het schooltje heeft ongeveer 150 kinderen tussen drie en 14 jaar. Wat een armoede ook hier, slechts 1 lokaal met schoolbankjes. De andere lokalen een whiteboard en zitten de kinderen op de grond. Alleen een luxe speeltoestel buiten maar verder niks aan materialen, speelgoed oid. Deze kinderen leren echt om zichzelf te vermaken. Maar hoe gedisciplineerd, hoe saamhorig, elkaar helpen, samen spelen. Echt een andere beleving dan bij ons. Dat wordt in ons kamp nogmaals bevestigd als we de laatste avond met een groep internationale kinderen het resort delen. 24 pubers, maar wat een discipline. Slechts een keer roepen om te verzamelen, stil zijn als er uitleg is, geen gedoe bij teamsamenstellingen. Zelfs als we aan de thee zitten en midden in een soort spelconcours blijken te zitten, komen ze naast hun enthousiasme om de opdrachten te doen, spontaan hun excuses maken als ze mogelijk overlast zouden kunnen veroorzaken. Zo polite, ik hou van die discipline. Totaal wat anders dan het Nederlandse poldermodel waar iedereen maar iets mag vinden en zelfs naar politie of hulpverleners ongepast gedrag normaal gevonden wordt.
Onze laatste dag in het resort zitten we wat mee in ons maag. We moeten met het busje terug van de bungee-mensen naar Kathmandu. Maar die vertrekt pas halfweg de middag nadat ze gesprongen hebben. Terwijl we ons net opmaken voor een dagje niksen bij het dompelbad, staat ineens de hotelmanager voor onze tent dat onze chauffeur er is. We wisten niet eens dat die zou komen en zo winnen we weer een paar uur. Niet onze max, maar een man die vanochtend om 5 uur uit Kathmandu is vertrokken voor deze helse tocht van vier uur en nu weer terug moet.
Hebben we nou echt gerelaxt? Nee, onbewust ben je best druk. Slapen, ontbijten, lunchen, thee drinken, dineren en weer slapen. De dag is ook zo voorbij. Nog even een laatste keer Kathmandu en dan gaan we relaxen in Abu Dhabi houden we ons voor.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley